
Na het succes van ‘De Tolk van Java’ en ‘Lichter dan ik’ buigen de makers zich opnieuw over de onderbelichte kant van de Nederlandse koloniale bezetting van Indonesië. Met haar in die tijd scandaleuze romans ‘Rubber’ (1931) en ‘Koelie’ (1932) was Madelon Székely-Lulofs haar tijd ver vooruit. Ze vormen de basis voor Gelukzoekers op Sumatra, dat gaat over een te vaak geromantiseerd verleden. In werkelijkheid laat deze tijd van ongelijkheid, repressie en verstikkende beloftes van rijkdom tot op de dag van vandaag een besmeurd spoor na.