
Ergens in Nederland zwerft Kruimeltje, een vrolijke straatjongen van tien jaar, helemaal alleen door de besneeuwde straten. Hij is op zoek naar zijn vader en moeder. Het enige dat hij heeft is een medaillon met hun portretjes erin. Dan ontmoet hij Keesie, een stoer meisje dat maar al te graag mee op avontuur gaat. Bij kruidenier Wilkes vindt Kruimeltje, samen met straathond Noor, eindelijk een echt thuis. Wat blijkt: zijn vader en Wilkes zijn oude jeugdvrienden.